Smaak en nieuwschierigheid worden geprikkeld door proeven, sorteren, zoeken en kiezen. We werken met kleine groepjes en programma-onderdelen die niet langer dan 15 minuten duren. De basis bestaat uit proeven, sorteren en museumtuin. Bij grotere groepen worden er meerdere groepen gemaakt en worden de onderdelen veilen, depot en museumzalen aan het programma toegevoegd.
Proeven: Appels worden ter plekke geschild en er wordt verteld over wat je kan doen met het afval. Verschillende rassen worden geproeft waarbij leerlingen leren letten op de smaak en bedenken of er een relatie bestaat tussen de naam en de smaak.
Sorteren: Leerlingen leren door te werken met de sorteermachine dat producten op bepaalde kenmerken gesorteerd worden en dat niet alle appels bij de consument terecht komen.
Kijken: In de museumtuin wordt er vertelt over welke boom waar geschikt voor is en het belang van insecten in de tuin. We bezoeken het reuzachtige bijenhotel.
Telen: Er wordt, tijdens een wandeling door de museumzalen, ingegaan op het belang van elk onderdeel in het groeiproces van fruit.
Veilen: Leerlingen mogen zelf proberen fruit te bemachtigen met de oude veilingklok.
Depot: Leerlingen kiezen zelf iets uit waar ze meer over willen weten.